Afbeelding

DE SOEPTERRINE

Columns

Tijdens verjaardagsfeestjes, Pasen of Kerst en bij ‘belangrijk’ bezoek van de burgemeester of de dominee was zij, want ‘het ding’ is vrouwelijk, met middelpunt op tafel: de witte soepterrine van Wedgwood. Mijn moeder zette ‘het ding’ altijd behoedzaam op tafel met daarin een passende lepel, ook van Wedgwood. 

Mijn broer en ik staarden er altijd met ontzag naar. De Terrine was een erfstuk, een echt familiestuk dus. Er was weleens een ‘deskundige’ langs geweest die vader een dure verzekering had aangeraden maar de kosten ervan vonden mijn ouders toch wel te gortig.

Na alle feestelijkheden werd De Terrine weer in de kast gezet voor een volgende bijzondere (familie) gebeurtenis. Maar als puber vond ik het ding minder belangrijk dan de inhoud en vroeg langs mijn neus weg eens wat dit ding waard zou zijn? Mijn ouders keken me geschokt aan.

Zo iets vraag je niet, zeker als het een erfstuk is, het heeft immers voor mijn ouders een grote emotionele waarde, en zoiets toch altijd in de familie zal blijven.

Maar één van de tafelgasten wist dat binnenkort bij de Oudheidkundige Vereniging in Den Ham iemand oude voorwerpen zou gaan taxeren. Afgesproken werd dat mijn vader en ik met De Terrine in een passende doos naar het Middendorpshuis zouden togen.

De deskundige keek toe hoe wij ‘het geval’ heel zorgvuldig uit de doos op tafel hesen, de lepel uitpakten en in De Terrine zetten. Wij hadden onszelf al rijk gerekend maar aan verkopen werd niet gedacht. Toen De Terrine met lepel daar zo op die tafel stond leek het alsof ie heel kostbaar was en waarom eigenlijk ook niet?

Vader en ik wachten op de expertise van deze deskundige. “Een pareltje!” en “Hoe komt u eraan?” en “Wat gaat u er mee doen?” was de reactie van de deskundige.

Toen liet de aardige deskundige het woord ‘apart’ vallen. Er viel een grote stilte. De omstanders taaiden meteen af. Apart, dat betekent toch helemaal niets waard in mooie bewoordingen?

Wij laadden de terrine, nu met kleine letter want we hadden er geen ontzag meer voor, weer in de doos. Eenmaal buiten stelde mijn vader voor om naar de Antiekhandel in Nijverdal te gaan voor een échte taxatie want die ‘deskundige’ in Het Middendorpshuis had het zeker mis. Daar aangekomen zagen wij tussen de Ming-vazen, het Meissen porselein, waskommen, lampetkannen en tientallen koperen ketels enkele soepterrines staan, de één nog mooier dan de ander. De verkoper wilde ze voor een habbekrats van de hand doen: “Ze zijn niets meer waard meneer. De jongeren willen dit spul niet meer.”

Nooit meer werd er bij ons thuis over de terrine gesproken. ‘Het ding’ heeft vooral emotionele waarde voor de oude generatie. Maar of de volgende er ook zo blij mee is? Gelukkig heb ik de foto nog.

Nico Flim, Oudheidkundige Vereniging Den Ham-Vroomshoop